Autolak kopen: waarmee moet je rekening houden?

Autolak kopen lijkt eenvoudig, maar schijn bedriegt. Lees alles over autolak: van laktypes en kleurcodes tot verwerking en hoe je restanten bewaart. Ook leggen we uit wanneer je beter een professional inschakelt. Zo ga je goed voorbereid aan de slag – of weet je wanneer je het beter niet zelf doet.

Zélf lakschade aan je auto herstellen?

Je auto is meer dan alleen een vervoermiddel. Hij weerspiegelt je stijl, persoonlijkheid en gevoel voor detail. Een kras op de deur of steenslag op de neus doet dan ook pijn aan je ogen. Gelukkig kun je veel beschadigingen zelf herstellen met autolak. Maar voordat je lukraak autolak bestelt, is het goed om te weten wat je precies nodig hebt. Er zijn autolakstiften, spuitbussen en potjes die je bij de dealer bestelt of in de winkel koopt. Maar je kunt ook je autolak op de exacte kleur laten mengen door een verfspecialist. Hoe weet je wat je moet kiezen en wat past het beste bij jouw schade?

De juiste kleur vinden kan al lastig zijn, maar houd er ook rekening mee dat niet elke lak hetzelfde is. Laksoorten verschillen in samenstelling – je kunt niet alles combineren – en verwerkingsmethode. Bovendien hangt de keuze voor een bepaalde lak of applicatiemethode nauw samen met de aard van de schade. Elke schade vraagt om een andere aanpak.

Wat je moet weten over autolak

Een auto is gespoten in meerdere lagen: een grondlak, een kleurlak en een blanke lak voor de glans en bescherming. Af fabriek zijn moderne auto’s vrijwel altijd voorzien van watergedragen autolak. Vroeger was lak vaak op basis van cellulose of synthetische harsen (olieverf). Die oudere lakken zijn dikker en vergeeflijker in gebruik, maar ook gevoeliger voor veroudering. Moderne watergedragen lakken zijn milieuvriendelijker en sneller droog, maar lastiger op kleur na te maken.

Van metallic of parelmoer lak is de kleurlaag transparant en gemengd met fijne metaaldeeltjes. De blanke laklaag die er uiteindelijk overheen wordt aangebracht, bepaalt uiteindelijk de glans en diepte. Zonder blanke laklaag ziet metallic lak er dof uit. Je kunt een beschadiging dus niet alleen met de kleur bijtippen.

Afhankelijk van de schade kies je het juiste product

Niet elke beschadiging vraagt om uitgebreid herstelwerk. Heb je steenslag op de motorkap of een kleine, ondiepe kras die niet door de lak heen is? Dan kun je wellicht volstaan met poetsen of een lakstift die je bij de dealer kunt halen. Zo’n stiftje is er met precies de juiste kleurcode en is klaar voor gebruik. Lakstiften komen vaak met zijn tweeën: één met de kleurlak en één met blanke lak. Bij kleine beschadigingen breng je die eenvoudig met het ingebouwde kwastje of een cocktailprikker aan.

Grotere beschadigingen – bijvoorbeeld een diepe kras tot op het metaal – vragen meer werk. Dan kies je beter voor een potje autolak. De lak breng je met een fijn penseel aan. Sommige aanbieders leveren ook een minisetje met primer, kleurlak en blanke lak. Je moet zorgen voor een goed voorbereide ondergrond: schoon, vetvrij en licht opgeruwd. Daarna breng je dunne laagjes aan, met voldoende droogtijd tussendoor. Zo voorkom je druipers. Én de lak beschermt het metaal tegen roest.

Bij grotere vlakken is spuiten de betere keuze. Spuitlak is lastiger om egaal aan te brengen, maar is snel droog. Je moet meerdere dunne lagen aanbrengen, maar elke laag is binnen een uur voldoende hard om over te spuiten. Spuitlak geeft uiteindelijk een mooier resultaat dan kwastlak. Spuitbussen zijn verkrijgbaar in standaardkleuren en op kleurcode gemengd.

Hoe vind je de juiste kleur?

De kleurcode van jouw auto vind je meestal op een sticker in de kofferbak, de deurstijl of onder de motorkap, of in het instructieboekje. Heb je die code niet? Dan kun je de dealer raadplegen met je chassisnummer. Zonder juiste kleurcode loop je kans op kleurverschil, zeker bij metallic lak.

Verbleekte lak is een ander verhaal. De originele kleur is dan niet meer representatief. In dat geval kun je bij gespecialiseerde verfmengbedrijven je lak laten scannen. Met een spectrofotometer bepaalt de specialist dan exact de huidige tint en stemt daar de nieuwe lak op af. Dat is vooral handig als je een paneel gedeeltelijk wilt bijwerken zonder overgang naar de originele lak.

Kant-en-klaar of laten mengen?

Sommige lakken zijn kant-en-klaar verkrijgbaar in potjes of spuitbussen. Denk bij die laatste aan leveranciers als Motip, Duplicolor, Auto-K en professionele verfspecialisten. Die specialisten leveren ook spuitbussen ‘op maat’, met het juiste kleurnummer en het juiste druksysteem voor gelijkmatige verneveling. Voor kleine klusjes is een potje kant-en-klare lak vaak voldoende.

Lak verwerken: zo pak je het aan

Een goede voorbereiding is het halve werk. Reinig het oppervlak grondig en ontvet die met een speciale siliconenverwijderaar. Gebruik geen allesreiniger of afwasmiddel – dat kan residu achterlaten. Werk eventuele roest weg met fijn schuurpapier of een roestomvormer.

Plak het omliggende gebied af en werk altijd bij kamertemperatuur, uit de zon en tochtvrij maar goed geventileerd. Breng eerst een primer aan en vervolgens de kleurlak. Werk in dunne lagen; beter drie dunne lagen dan één dikke. Laat voldoende droogtijd tussen de lagen: meestal minimaal 30 minuten. Houd een spuitbus op ongeveer 20 centimeter afstand en beweeg de spuitbus in vloeiende banen heen en weer. Oefen eerst op een stukje karton voor het gevoel.

Na de kleurlak volgt de blanke lak, indien van toepassing. Ook die breng je in dunne laagjes aan. Laat alles goed uitharden en polijst pas na enkele dagen voor het mooiste resultaat.

Resten bewaren of weggooien?

Autolak koop je zelden in exact de benodigde hoeveelheid. Lakstiften kun je meestal goed afsluiten en op kamertemperatuur bewaren. Potjes blijven enkele maanden houdbaar, mits goed afgesloten en vorstvrij bewaard. Van een spuitbus moet je na gebruik het ventiel ondersteboven leeg spuiten. Als dat schoon is, blijft een spuitbus lang bruikbaar.

Overgebleven lak is chemisch afval. Gooi het niet in de gootsteen of het riool – ook watergedragen verf niet. Breng verfrestanten naar de milieustraat of geef ze af bij een inzamelpunt voor klein chemisch afval. Verfresten bevatten bindmiddelen, kleurstoffen en oplosmiddelen die schadelijk zijn voor het milieu.

Wanneer schakel je een professional in?

Niet elke lakschade is doe-het-zelfwerk. Schade op zichtbare plekken, grote oppervlakken of lastige kleuren kun je beter aan een professionele spuiter overlaten. Die heeft de apparatuur, ervaring en juiste lakken om schades onzichtbaar te herstellen. Ook met schade aan kunststof bumpers en spiegelkappen en carrosseriedelen met structuur is een specialist vaak de aangewezen persoon.

Leuke weetjes over autolak

Wist je dat Ford in 1914 zijn beroemde Model T alleen in zwart leverde omdat die lak het snelst droogde op de lopende band – toen nog iets nieuws in de autowereld? En dat Ferrari – oorspronkelijk een raceautobouwer – vroeger zijn auto’s standaard in rood leverde omdat dat de Italiaanse nationale racekleur was? Tegenwoordig is wit de populairste carrosseriekleur ter wereld, gevolgd door grijs en zwart.

Autolak is voortdurend in ontwikkeling. Sommige autofabrikanten werken met zelfherstellende lakken waarin kleine krasjes vanzelf herstellen onder invloed van warmte. Er zijn ook lakken die van kleur lijken te veranderen afhankelijk van de invalshoek van het licht.

Veelgestelde vragen

Deel artikel

Alle artikelen

Alles over glascoating voor je auto

Advies · Autoverzorging

Velgen reinigen

Advies · Autoverzorging

Alles over autovelgen: van aanschaf tot onderhoud

Advies · Autoverzorging
Ontdek meer