Startonderbreker uitschakelen: mag dat en hoe werkt het?
In sommige situaties kan het wenselijk zijn om de startonderbreker uit te schakelen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het systeem regelmatig storingen veroorzaakt, waardoor de auto niet start, of wanneer je eigenaar bent van een klassieker die je zelf onderhoudt en waarbij moderne beveiligingssystemen onnodig ingewikkeld of storingsgevoelig zijn. Er zijn verschillende manieren om een startonderbreker uit te schakelen, afhankelijk van het type auto en de oorzaak van het probleem.
Een veelgebruikte methode is het softwarematig uitschakelen van de startonderbreker via diagnoseapparatuur. Hierbij ontkoppelt de garage het systeem via de OBD2-interface, waarmee direct toegang wordt verkregen tot de elektronische instellingen van de auto. Een andere optie is het volledig verwijderen van het systeem. Dit gebeurt meestal door de ECU – de motorcomputer – te herschrijven of te vervangen door een versie waarin geen startonderbrekerfunctie is geïntegreerd.
Bij oudere voertuigen is het soms ook mogelijk om het systeem mechanisch te omzeilen. In dat geval wordt de bedrading aangepast, zodat de startonderbreker buitenspel wordt gezet. Deze methode vereist technische kennis en wordt vooral toegepast bij auto’s die geen geavanceerde elektronische beveiliging hebben. Welke methode het meest geschikt is, hangt af van het bouwjaar, de technische staat en het gebruik van de auto. In alle gevallen geldt: laat dit soort ingrepen bij voorkeur uitvoeren door een specialist, want een fout kan leiden tot startproblemen of zelfs blijvende schade aan de elektronica.
Belangrijk:
Het uitschakelen van de startonderbreker is in Nederland niet verboden, maar je loopt risico bij verzekeringsclaims. Veel verzekeraars eisen een werkende startonderbreker voor dekking bij diefstal.