Veel automerken komen erachter dat de grote EV-transitie minder soepel gaat dan gehoopt. Kopers twijfelen, verkopen vallen tegen, en dus schroeven merken hun elektrische ambities voorzichtig terug. Zelfs Volvo – jarenlang het groene schoolvoorbeeld – houdt hybride auto’s in de modelmix. Deze nieuwe uitvinding komt precies op het juiste moment.
Elektromotor eruit, hybride motor erin
Horse (een joint venture tussen Renault en Geely) bedacht een compacte aandrijflijn waarin een verbrandingsmotor, elektromotor én transmissie samenwonen in één handig blok. Die module past zó op de plek waar normaal de voorste elektromotor van een EV zit. Daardoor kunnen merken snel een hybrideversie van hun elektrische modellen bouwen, zonder het hele platform op de schop te hoeven nemen.
De aandrijflijn kan zowel de voorwielen aandrijven als stroom opwekken om de batterij op te laden - als een soort range extender. De verbrandingsmotor lust alles van E85 en reguliere benzine tot pure methanol en synthetische brandstoffen.
Techniek van Renault en Geely
De multi-inzetbare aandrijflijn is dus ontwikkeld door Horse, een joint venture tussen Renault en Geely (het moederbedrijf van Volvo). Onthoud die naam, want dit is geen hobbyproject in een schuurtje. Horse heeft wereldwijd 17 fabrieken, 19.000 werknemers en een productiecapaciteit van vijf miljoen aandrijflijnen per jaar.
Kortom: het tijdperk van de verbrandingsmotor is nog lang niet voorbij en dat zullen veel automerken en automobilisten helemaal niet erg vinden.