De pedalen in de auto verbinden je voet met de krachtbron, de remmen en – als je auto ten minste van een handmatig te bedienen transmissie is voorzien – met de koppeling, die zorgt dat de kracht van de motor naar de wielen gaat. Met de pedalen in je auto – en met het stuur natuurlijk – houd je je auto onder controle en kom je waar je wilt zijn. Pedalen zijn onmisbaar voor het bedienen van een auto, maar de plek waar ze zitten, de functie die ze hebben én hoe ze eruitzien, is door de jaren heen wel veranderd.
De pedalen in de auto verbinden je voet met de krachtbron, de remmen en – als je auto ten minste van een handmatig te bedienen transmissie is voorzien – met de koppeling, die zorgt dat de kracht van de motor naar de wielen gaat. Met de pedalen in je auto – en met het stuur natuurlijk – houd je je auto onder controle en kom je waar je wilt zijn. Pedalen zijn onmisbaar voor het bedienen van een auto, maar de plek waar ze zitten, de functie die ze hebben én hoe ze eruitzien, is door de jaren heen wel veranderd.
De keuze om gas en rem met de rechtervoet te bedienen is geen toeval. Het rechterbeen is bij de meeste mensen sterker en motorisch preciezer. Rijinstructeurs leren hun leerlingen om met de linkervoet alleen het koppelingspedaal te bedienen en met de rechtervoet gas te geven en te remmen. Hierdoor wordt het rechterbeen geconditioneerd op de precieze bewegingen voor remmen en gas geven, want dat vergt meer controle en precisie dan het (ont)koppelen.
Het koppelingspedaal gebruik je maar beperkt tijdens het rijden – alleen voor het schakelen, waarbij je met je linkervoet het pedaal vaak vrijwel helemaal intrapt en weer volledig loslaat.
De bediening van de pedalen blijft voor veel mensen altijd de grootste uitdaging. Het voetenwerk van koppeling, rem en gas vereist coördinatie en timing. Vooral het zogeheten aangrijpingspunt van de koppeling is iets wat beginnende bestuurders moeten leren aanvoelen. Geef je te snel gas, dan slaat de motor af. Laat je de koppeling te traag opkomen, dan slijt die onnodig.
Wie altijd in een auto met automatische transmissie rijdt, gebruikt altijd alleen de rechtervoet. Als je dan overstapt van een ‘handbak’ naar een ‘automaat’, dan zul je in het begin beslist in een reflex met het linkerbeen zoeken naar het koppelingspedaal – met een abrupte remingreep tot gevolg als je dan vol op de rem trapt. Je motorisch geheugen moet eerst even wennen.
Vooral voor ‘sportieve’ automobilisten is het gevoel van de pedalen van groot belang. Liefhebbers spreken dan over ‘doseerbaarheid’: de mate waarin je kracht kunt doseren met kleine bewegingen van de voet. Een goed rempedaal biedt voelbare weerstand en feedback – je moet weten waar het aangrijpingspunt zit en de remmen moeten de auto progressief vertragen.
Gevoel is ook belangrijk bij het gaspedaal. Een direct reagerend pedaal maakt het accelereren na een bocht bijvoorbeeld vlotter. In sommige sportieve auto’s is de stand van het gaspedaal en het rempedaal strak op elkaar afgestemd, om heel-and-toe mogelijk te maken: gelijktijdig remmen en tussengas geven bij terugschakelen voor een optimale balans van tractie en grip voor een bocht. Dit vereist behalve een goede pedaalopstelling ook een geoefende voetenmotoriek.
Pedalen spelen ook een rol in de veiligheid van de auto. Moderne auto’s zijn uitgerust met pedalen die bij een frontale botsing wegklappen om de kans op voet- of enkelletsel te reduceren. Sommige merken voorzien de pedalen van sensoren die bij detectie van paniekremmen direct ABS en noodstopfuncties activeren.
Steeds meer fabrikanten rusten hun auto’s uit met elektronische pedaalinterfaces. Hierbij stuurt het gaspedaal geen mechanische gasklep meer aan, maar geeft een elektronisch signaal aan de motorcomputer. Met dit zogeheten ‘drive-by-wire’ is het mogelijk om het gaspedaal af te stemmen op rijmodi, zoals 'eco' en 'sport', en om veiligheidsvoorzieningen als rijstrookassistentie te integreren.
Pedalen in auto’s verschillen in grootte, vorm en positie. Dat heeft met ergonomie én veiligheid te maken. Zo is doorgaans het rempedaal het breedst, zodat je het in noodgevallen niet mist. Het gaspedaal is meestal smaller om ruimte te creëren.
Pedalen zijn doorgaans gemaakt van staal of aluminium en soms kunststof. Ze zijn afgewerkt met een rubberen antislip-laagje. In sportauto’s zijn de pedalen vaak voorzien van geperforeerde, aluminium voetplaten met gripribbels – voor een sportieve uitstraling en gevoeliger voetenwerk.
Hangende pedalen hangen – zoals de naam al zegt – aan een scharnierpunt boven het pedaal en bewegen als het ware wat naar voren als je ze intrapt. Dit is het gangbaarst in moderne auto’s.
Staande pedalen hebben het scharnierpunt in de bodem van de auto en bewegen dus meer omlaag. Ze komen nog voor in vrachtwagens, oldtimers en sommige sportauto’s. De keuze voor een van de twee heeft te maken met de beschikbare ruimte onder het dashboard, de productiekosten en de voorkeur van de ontwikkelaars.
Niet iedereen kan de voeten gebruiken. Gelukkig bestaan er diverse aanpassingsmogelijkheden voor de bediening van auto’s.
Dankzij deze systemen blijft autorijden toegankelijk, ook als traditionele voetpedalen niet bruikbaar zijn.
Met de opkomst van autonoom rijdende auto’s en drive-by-wire-technologie zou je verwachten dat pedalen hun langste tijd hebben gehad. Toch blijven we ze (voorlopig) gebruiken, want ook in populaire EV’s van Tesla en moderne EV’s als de Mercedes-Benz EQE zie je nog gewoon een gaspedaal en een rempedaal. Een koppelingspedaal ontbreekt immers, want elektrische auto’s hebben geen versnellingsbak nodig omdat een elektromotor over zijn gehele toerenbereik zijn volledig vermogen en trekkracht levert.
Waar komt het woord ‘pedaal’ vandaan? Het komt van het Latijnse ‘pes’, wat ‘voet’ betekent. Via het Italiaanse en Franse woord voor voet, ‘piede’ en ‘pied’, en ‘met de voet’ wat in het Italiaans ‘pedale’ en in het Frans ‘pédale’ is, kreeg het in het Nederlands zijn huidige vorm, pedaal dus. ‘Pedaal’ betekent letterlijk ‘bediening met de voet’. Niet toevallig dat ook bij muziekinstrumenten (orgels en piano’s), (motor-/brom)fietsen en pedaalemmers de term wordt gebruikt voor bedieningselementen die je met je voet indrukt.
Bij de allereerste auto’s, in de 19e eeuw, was er nog geen sprake van pedalen. De Benz Patent-Motorwagen uit 1886 bijvoorbeeld, die bediende de bestuurder geheel met zijn handen, via hendels, draaiwielen en kranen regelde hij het vermogen en dus de snelheid. Het idee om bepaalde functies met de voet te bedienen kwam pas later, toen de vraag naar gebruikscomfort toenam.
Een van de eerste auto’s met pedalen was de Ford Model T. Toch bediende je die anders dan we nu gewend zijn. De ‘Tin Lizzie’ had weliswaar drie pedalen, maar niet in de volgorde koppeling-rem-gas zoals we die nu kennen. In de T-Ford was het als volgt:
Gas geven deed je met een hendel aan het stuur! Aangezien de T-Ford enorm lang in productie was, leidde dat soms tot verwarring bij automobilisten die eerst een auto van een ander merk hadden gereden.
Pedalen zaten tot in de jaren dertig niet altijd bij alle merken op de volgorde zoals we die nu kennen, er was nog geen standaardisatie. Pas toen de auto steeds meer gemeengoed werd, ontstond de behoefte aan een uniforme bediening:
In automatische en volledig elektrische auto’s ontbreekt het koppelingspedaal. Je linkervoet heeft eigenlijk niets anders te doen dan steun bieden in scherpe bochten en bij hard remmen.