Verschillende soorten automaat
Er zijn verschillende soorten automatische transmissies, elk met hun eigen techniek en rijervaring. Dit zijn de meest voorkomende:
Traditionele automaat (koppelomvormer)
Deze klassieke automaat werkt met een koppelomvormer in plaats van een koppeling. Het schakelen verloopt soepel, maar kan wat minder efficiënt zijn qua brandstofverbruik.
Voordelen: comfortabel, sterk bij zwaar werk (zoals trekken van een caravan).
Nadelen: vaak iets hoger brandstofverbruik dan andere automaten.
CVT (Continu Variabele Transmissie)
Een CVT (Continu Variabele Transmissie) heeft geen vaste versnellingen, maar werkt met een trommel en riem of een soortgelijke techniek. Dit zorgt voor een traploze overbrenging, wat resulteert in een soepele en stille rijervaring.
Voordelen: altijd optimale toeren, zuinig bij constante snelheid.
Nadelen: kan ‘rubberband-effect’ geven (hoge toeren zonder directe versnelling).
DCT (Dubbele koppeling)
Een dubbelkoppelingstransmissie gebruikt twee koppelingen: één voor de even versnellingen en één voor de oneven. Dit zorgt voor razendsnel schakelen.
Voordelen: snel schakelen, efficiënt en sportief.
Nadelen: kan schokkerig zijn bij lage snelheid, hogere onderhoudskosten.
Automatische handbak (AMT, gerobotiseerde handbak)
Een AMT (Automated Manual Transmission) is eigenlijk een handgeschakelde versnellingsbak waarbij de auto zelf de koppeling en schakeling regelt. Dit systeem werd vaak in budgetauto’s gebruikt.
Voordelen: goedkoop te produceren, relatief zuinig.
Nadelen: kan traag schakelen en schokkerig aanvoelen.
Elektrische auto’s (Single-speed)
Elektrische auto’s hebben geen traditionele versnellingsbak, maar werken met een enkele overbrenging. Door het hoge koppel van elektromotoren is schakelen niet nodig.
Voordelen: direct vermogen, geen schokken.
Nadelen: geen ‘schakelgevoel’ voor liefhebbers van sportief rijden.