Hoe controleer je het oliepeil van je auto?
Als je auto niet op een vlakke ondergrond staat, krijg je een vertekend beeld van het oliepeil. Zorg dus dat je auto vlak staat. Als je hebt gereden, moet je eerst vijf á tien minuten wachten voordat je begint, want de olie moet eerst terugzakken in het carter. Open de motorkap en zorg dat die goed vast staat op de steun. Dan heb je beide handen vrij. Zoek nu de peilstok – die zit meestal aan de zijkant van de motor; je herkent hem aan het felgekleurde handvat of oog waar je je vinger doorheen kunt steken. Vaak is dat handvat of oog geel of oranje.
Trek de peilstok voorzichtig uit de buis en veeg hem goed schoon met je doek of papier. Steek de peilstok daarna helemaal terug in de buis en trek hem er opnieuw uit. Nu kun je het oliepeil goed aflezen. De peilstok heeft twee markeringen of inkepingen: minimum- en maximumpeil. Het oliepeil moet tussen deze twee markeringen in zitten. Als de olie onder het minimum staat, moet je bijvullen. Staat het niveau boven het maximum, dan kun je beter naar de garage gaan om olie te laten aftappen.