Bij Stellantis letten ze graag op de kleintjes. Gezien de omzetcijfers geen slechte zaak. De zoektocht naar besparingsmogelijkheden levert bovendien zeer creatieve oplossingen op. Zoals deze wonderlijke Siamese tweeling van de Fiat Ducato.
In vaktermen heet dit een Back-to-Back. Logisch. Maar gelukkig kan er maar eentje rijden, dus ze trekken elkaar niet aan flarden. Wat je ziet, zijn twee cabines op een speciaal frame, klaar voor vervoer naar een carrosserie- of camperbouwer. Die maken er vervolgens een geheel eigen werk van met een eigen cabine en motor.
Minder staal, minder transport
Het alternatief is een volledig chassis-cabine op transport te zetten. Maar omdat het chassis er ter plekke vaak meteen weer wordt afgesneden, is dit de betere oplossing. Het scheelt materiaal, tijd en ruimte. Wat niet alleen goed is voor de portemonnee, maar ook voor het milieu: minder staal, minder transport. Ook Citroën doet het - zie het bericht hieronder.
Fiat Ducato meest verkocht als camper
En er gaan nogal wat van deze constructies de deur uit in Atessa. In deze fabriek worden de grote bussen van Stellantis gebouwd: Peugeot Boxer, Opel Movano, de hierboven afgebeelde Citroën Jumper en dus de Fiat Ducato.
En laat die laatste nou heel erg favoriet zijn bij camperbouwers: in de afgelopen 20 jaar heeft Stellantis meer dan 2 miljoen campers verkocht. Maar liefst 75 procent van alle rijdende campers is gebouwd op een Ducato-chassis.