In Nederland zijn verkeersborden onderverdeeld in verschillende categorieën, elk met een specifieke functie. Deze indeling is vastgelegd in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990). In totaal zijn ongeveer 300 verschillende verkeersborden. En die moet je allemaal leren voor het theorie-examen voor het behalen van je rijbewijs. Hieronder een overzicht van de belangrijkste categorieën verkeersborden in Nederland:
A. Snelheidsborden
Deze geven de toegestane maximumsnelheid aan of het einde van een snelheidsbeperking.
B. Voorrangsborden
Regelen wie er voorrang heeft.
C. Geslotenverklaringen
Geven aan wie een weg wel of niet mag gebruiken.
D. Rijrichting
Verplichtingen met betrekking tot rijrichting of route.
E. Parkeren en stilstaan
Bepalen of je mag parkeren of stilstaan.
F. Infrastructuur
Informeren over weginrichting of rijstroken.
G. Wegen en gebieden
Markeren speciale zones of type wegen.
H. Bebouwde kom
Borden die begin of einde van de bebouwde kom aangeven.
J. Waarschuwingsborden
Geven gevaar of bijzonderheden aan.
K. Bewegwijzering
Informeren over richtingen, afstanden en locaties.
L. Informatie- en serviceborden
Geven aanvullende informatie, zoals:
M. Tijdelijke verkeersmaatregelen (geel/oranje borden)
Vaak bij wegwerkzaamheden, geven tijdelijk geldende regels aan.
In Nederland kun je dus veel verschillende verkeersborden tegenkomen. Om goed te kunnen deelnemen aan het verkeer, is het belangrijk dat je de betekenis van de borden kent. Dus wat betekenen blauwe borden of witte borden met een rode rand. Is er een verschil tussen ronde, driehoekige of vierkante borden. En hoe herken ik of ik met een verbod te maken heb of een advies?
Gelukkig is herkenning van het type verkeersbord internationaal eenduidig vastgelegd. Dus je ziet snel of je te maken hebt met een verbod, gebod, waarschuwing of informatie. Dat zie je aan de kleur en de vorm van de borden en de daarop weergegeven afbeelding. De algemene kenmerken zijn:
De regel is simpel en logisch. Zodra er verkeerslichten in werking zijn, dan moet je je daar aan houden. Als de verkeerslichten uitvallen of oranje knipperen, dan gelden de verkeersborden die bijvoorbeeld voorrang regelen. Er is wel een ‘maar’: stel dat je bij groen optrekt en er van de kruisende weg toch iemand door rood rijdt en je met elkaar in botsing komt – dan is de weggebruiker die door rood reed in overtreding. Die krijgt een boete, maar de uitkering van de schade ligt wat ingewikkelder. Als je bijvoorbeeld bij groen een voorrangsweg kruist en de botsende auto daarop rijdt, dan kan de verzekering oordelen dat je toch niet goed hebt gekeken of de weg wel vrij was. Het is dus niet per definitie zo dat je alle schade vergoed krijgt van de verzekering van de tegenpartij.
Naast de gewone borden zijn er de ‘onderborden’ die onder een verkeersbord kunnen staan. Dit onderbord geeft eigenlijk een extra toelichting op de betekenis van het bord waaronder het is geplaatst. Een goed voorbeeld is het bord ‘verboden in te rijden’. Op het onderbord kan staan voor welke weggebruikers het geldt of juist voor wie niet, bijvoorbeeld: 'uitgezonderd fietsers en voetgangers'. Een ander voorbeeld is een parkeerverbod dat geldt voor bepaalde uren of dagen.
In dit verkeersbordenoverzicht mag het matrixbord natuurlijk niet ontbreken. Je vindt deze borden naast of boven de weg en ze tonen verschillende snelheden, symbolen of tekst. Dit type bord heeft dezelfde betekenis als de gewone borden. Als er bijvoorbeeld op het matrixbord een andere snelheid staat dan op het verkeersbord, dan moet je de laagste snelheid aanhouden.
Matrixborden worden vaak op de snelweg gebruikt om snelheidslimieten aan te geven of om rijstroken tijdelijk af te kunnen sluiten (met een rood kruis). Matrixborden kunnen actuele informatie geven, bijvoorbeeld bij een ongeval, file, gladheid of andere zaken die van invloed zijn op de doorstroming van het verkeer.
In de afgelopen jaren zijn er in Nederland diverse nieuwe verkeersborden geïntroduceerd om verkeerssituaties duidelijker en veiliger te maken. Hier volgt een overzicht van enkele belangrijke toevoegingen.
Bord voor verplichte passeerstrook om langzame voertuigen in te halen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/u, zoals landbouwvoertuigen. Deze borden zorgen ervoor dat langzame voertuigen op smalle wegen ruimte maken voor sneller verkeer. Ook is er een bord voor het einde van de verplichte passeerstrook.
Er zijn nieuwe borden gekomen om rijstroken voor specifieke voertuigen aan te geven. Deze blauwe gebodsborden geven aan dat een rijstrook uitsluitend bestemd is voor lijnbussen, trams en vrachtauto’s. Deze borden vervangen eerdere combinaties van verbodsborden met onderborden, waardoor de verkeerssituatie overzichtelijker wordt.
Ook nieuw zijn borden die een uitwijkplaats aangeven aan de linker- of rechterzijde van de weg. Deze informatieborden geven aan waar bestuurders kunnen uitwijken op smalle wegen om tegenliggers te laten passeren.
Verder zijn er de afgelopen jaren diverse borden gekomen die je informeren over parkeerplekken voor specifieke doeleinden. Denk aan parkeerplaatsen die bestemd zijn voor campers, of het toestaan van parkeren met twee wielen op het trottoir en parkeerplaatsen die bedoeld zijn voor het opladen van elektrische voertuigen.
Naast de introductie van nieuwe borden zijn ook bestaande verkeersborden aangepast om de leesbaarheid en herkenbaarheid te verbeteren. Een voorbeeld is het toevoegen van een witte rand (bies) om het contrast te verhogen. Het aanpassen van kleuren en symbolen voor betere zichtbaarheid, vooral voor mensen met kleurenblindheid. Deze aanpassingen zijn onderdeel van de herziening van de norm voor verkeerstekens, NEN 3381, die nu aansluit bij de Europese norm NEN-EN 12899-1