Een semi-automatische versnellingsbak – ook wel halfautomaat genoemd – is een transmissiesysteem waarin het wisselen van de versnellingen geautomatiseerd is, terwijl het géén volledig automatische transmissie ís. Het systeem is ontworpen om de bestuurder te ontlasten. Het meest opvallende van een halfautomatische versnellingsbak is dat de bestuurder geen koppelingspedaal hoeft te bedienen – de koppeling wordt bediend door elektronica en actuatoren – maar dat hij wél handmatig moet schakelen. Althans, hij ‘schakelt’ met bijvoorbeeld een pook of schakelflippers aan het stuur – naar een hogere of lagere versnelling. Daarbij komt de koppeling automatisch in actie zodra de bestuurder de pook of de flippers beweegt. De halfautomaat is dus in principe een handmatig bediende versnellingsbak. Er zijn overigens ook halfautomatische transmissies met een volautomatische stand.
De halfautomaat wijkt dus wezenlijk af van de volautomaat. In een auto met een volautomatische transmissie hoef je – behalve gas geven en remmen – immers zelf niets te doen om van versnelling te wisselen: zowel (ont)koppelen als schakelen gebeurt geheel automatisch. Een volautomaat is technisch duidelijk anders.
De gerobotiseerde handbak werkt overigens volgens hetzelfde concept als de halfautomaat. Fabrikanten gebruiken soms de term gerobotiseerde versnellingsbak om aan te geven dat de transmissie gebaseerd is op een handmatig te bedienen versnellingsbak, maar dan voorzien van servomechanica om automatisch te (ont)koppelen en te schakelen. In de praktijk wordt met de omschrijvingen semi-automatische, halfautomatische en gerobotiseerde versnellingsbak nagenoeg hetzelfde bedoeld, zij het dat sommige systemen net iets geavanceerder of juist eenvoudiger in uitvoering zijn.
Een belangrijk zichtbaar verschil tussen auto’s met een (semi)automatische transmissie en een conventionele handmatig te bedienen versnellingsbak is de afwezigheid van het koppelingspedaal. Voor veel mensen maakt het niet hoeven ontkoppelen het autorijden een stuk comfortabeler, vooral in druk stadsverkeer en bij filerijden. Je hoeft immers die steeds terugkerende – en enige fijngevoeligheid vergende – handeling van het koppelingspedaal op het juiste moment intrappen en geleidelijk weer laten opkomen, niet meer te verrichten, zodat de rit en de rijervaring veel ontspannener verloopt.
In vergelijking met een volautomatische versnellingsbak biedt de halfautomaat echter vaak iets minder comfort. Een automaat schakelt vloeiend en vrijwel zonder onderbreking van de trekkracht. Een halfautomaat kun je vaak wel voelen schakelen.
Ook de versnellingshendel in een semi-automatische auto is anders: die lijkt weliswaar op de keuzehendel van een automaat, maar kan alleen naar voren of achteren om op en terug te schakelen.
Ten slotte nog een technisch verschil: een volautomatische transmissie omvat van oudsher een koppelomvormer en in moderne automaten een dubbele koppeling. Een andere volautomatische variant is de CVT, de Continu Variabele Transmissie. De semi-automaat is technisch gezien eenvoudiger en lichter - want hij lijkt meer op een conventionele handgeschakelde versnellingsbak – maar voelt in de praktijk soms minder verfijnd aan.
Een van de grootste voordelen van een halfautomaat is het gebruiksgemak. Zeker in stedelijke omgevingen en tijdens filerijden ervaar je minder stress omdat je de koppeling niet hoeft te bedienen. Dat maakt de auto toegankelijk voor beginnende bestuurders en mensen die veel in druk verkeer rijden. De halfautomaat combineert de voordelen van een handgeschakelde versnellingsbak (zoals meer controle en minder gewicht) met een deel van het comfort van een volautomatische transmissie.
Ook is een semi-automatische versnellingsbak meestal goedkoper dan een volautomaat. Hij is daarbij lichter en minder complex qua techniek, wat voordelig is bij onderhoud. In sommige gevallen zorgt de eenvoud van het systeem voor een ietsje lager brandstofverbruik.
De halfautomaat kent ook nadelen. We noemden al het mindere schakelcomfort: de voelbare schokken of pauzes tijdens het schakelen. Dat komt doordat het systeem als basis een conventionele handgeschakelde versnellingsbak heeft, inclusief synchronisatieringen en tandwielen. De gerobotiseerde bediening door software, actuatoren en servomotoren is minder gevoelig dan de rechterarm en linkervoet van een ervaren bestuurder in een handgeschakelde auto. Dat kan vooral bij lage snelheid en bij ongeduldig rijgedrag resulteren in een schokkerige rijervaring.
Daarnaast zijn sommige halfautomaten gevoelig voor slijtage of elektronicaproblemen. Omdat ze gebruikmaken van servo-actuators en software, kunnen onverhoopte reparaties relatief duur uitpakken. Ook duurt het schakelen soms langer dan je zou willen. Daar staan vooral oude smarts fortwo om bekend. Die traagheid kan voor sportieve rijders een domper zijn. Ook kan het spannende situaties opleveren als je vanuit een zijstraat wilt invoegen op een drukke doorgaande weg.
Ten slotte is het aanbod van auto’s met een semi-automaat de laatste jaren sterk afgenomen. Fabrikanten stappen steeds vaker over naar volledig elektrische auto’s die helemaal geen versnellingsbak nodig hebben, of bieden hun auto’s alleen met volautomatische transmissie aan vanwege de vraag naar meer comfort en efficiency.
Tegenwoordig zijn auto’s met een semi-automatische versnellingsbak zeldzaam. De meeste merken hebben hun aandacht verlegd naar volautomatische transmissies vanwege de verbeterde rijbeleving en betrouwbaarheid.
Toch zijn er nog altijd talrijke occasions op de markt te vinden met zo’n transmissie, vaak ook tegen aantrekkelijke prijzen. Vooral stadsauto’s en compacte modellen van tien tot 25 jaar oud zijn te vinden met halfautomatische transmissie. Diverse populaire merken hebben in het verleden immers modellen met semi-automatische transmissie aangeboden.
Denk aan het bekende Selespeed-systeem dat Alfa Romeo toepaste in modellen als de 156 en 147. Ook Peugeot en Citroën (PSA) monteerden in het verleden halfautomaten onder namen als 2-Tronic en Sensodrive, onder meer in de Peugeot 107 en 1007 en in de Citroën C2.
Fiat paste het Dualogic-systeem toe in modellen als de 500, Panda en Punto. Ook in de Opel Meriva en Corsa B en C kwam je halfautomaten tegen, vaak herkenbaar aan de iets hakerige schakelervaring.
Wist je dat het idee van een halfautomatische transmissie al in de jaren dertig van de vorige eeuw ontstond? General Motors experimenteerde toen al met automatische koppelingen. Toch duurde het tot de jaren negentig voordat de semi-automaat commercieel succesvol werd, vooral dankzij compactere elektronica en goedkope actuatortechniek.
Sommige rallyauto’s uit het verleden maakten gebruik van halfautomatische systemen, vooral vanwege het lagere gewicht en de eenvoud van onderhoud. In de Formule 1 zijn de halfautomaten als concept zelfs de voorloper van de huidige sequentiële versnellingsbakken met flippers aan het stuur.
Een andere leuke observatie: de introductie van de semi-automaat leidde tot felle discussies onder autoliefhebbers. Sommigen vonden het een ideale mix van comfort en controle, anderen zagen het als ‘het slechtste van twee werelden’. Smaken verschillen, maar feit is dat deze techniek een belangrijke stap was in de evolutie van transmissies.