Jaguar

Bijzonderheden van het automerk Jaguar

• Jaguar zet vol in op elektrificatie
• Mild-hybrids, plug-in hybrids en de volledig elektrische I-Pace
• Moderne, sportieve en luxueuze modellen

Historie Jaguar

De historie van Jaguar begint in 1922 als William Lyons en William Walmsley onder de merknaam Swallow Sidecar zijspannen voor motorfietsen gaan bouwen. Later richt het bedrijf zich op carrosseriebouw (en ontwerp) voor auto’s – allereerst op basis van het chassis van de kleine Austin Seven. De merknaam verandert dan kortweg in SS. In 1934 vertrekt Walmsley en zet Lyons het bedrijf alleen voort. Hij brengt in 1935 zijn eerste eigen auto’s op de markt onder de naam SS Jaguar. Het merk betreedt ook de autosportarena en in 1936 wint een SS Jaguar de RAC Rally.

Vanwege de Tweede Wereldoorlog stopt de productie volledig en in 1945 verandert Lyons om logische redenen de naam van zijn bedrijf in Jaguar. Jaguar verwerft een exclusieve reputatie op basis van zijn luxueuze en sportieve sedans en coupés én successen in de autosport. Jaguar wint onder meer de 24-uursrace van Le Mans in 1951, 1953, 1955, 1956 en 1957!

In 1960 neemt Jaguar concurrent Daimler over. Dat bezorgt Jaguar meer productiecapaciteit én een nieuwe, door Daimler ontwikkelde V8-motor. Voortaan – althans, tot in 2007 – noemt Jaguar de luxueuze topversies van zijn modellen Daimler.

De Jaguar E-type, een elegante sportcoupé, verschijnt in 1961 en toont sterke familiegelijkenis met de D-type die ‘Le Mans’ won in ’55, ’56 en ‘57. In 1966 lanceert Jaguar een langere 2+2-versie van die inmiddels legendarische auto. Lange tijd bestaat het modellengamma vooral uit de E-type en zijn opvolger, de XJ-S, en luxueuze sportsedans als de Mk II uit 1959 en de XJ vanaf 1968. Tot in 2021 heeft Jaguar een XJ in het gamma, maar die lijkt na zoveel tijd niet meer op de XJ uit ’68.

William Lyons heeft altijd grote invloed op de vormgeving van zijn auto’s, zodat elke Jaguar heel herkenbaar is als Jaguar. Vrijwel elke nieuwe sedan die onder zijn leiding verschijnt, is een evolutie van zijn voorganger. Hij overlijdt in 1988.

Via diverse fusies en overnames komt Jaguar in het inmiddels roemruchte BMC-/British Leyland-concern terecht en daardoor uiteindelijk in handen van de Britse overheid. Jaguar heeft daarvan zwaar te lijden en gaat bijna ten onder. Het sterke management dat bij Jaguar uiteindelijk de touwtjes weer in handen krijgt, slaagt erin het merk weer overeind te krijgen en succesvol te maken. Vanaf 1984 is Jaguar weer zelfstandig, met een notering op de Londens aandelenbeurs!

In 1989 neemt Ford Jaguar over en in 2008 koopt het Indiase Tata-concern Jaguar (en Land-Rover) weer van Ford.

Modellen en varianten

De Jaguar XE is een vierdeurs sedan die verkrijgbaar is met benzine- en dieselmotoren – de laatste als mild-hybride. Voor de iets grotere XF geldt hetzelfde, maar dit model is er ook als stationwagon. Beide modellen zijn er met achter- en vierwielaandrijving. De F-Type is een stijlvolle sportauto. Hij is er als Coupé en als Convertible – dus met opvouwbare kap. Ook met keuze uit achter- en vierwielaandrijving. De E-Pace is een medium SUV met diesel- en benzinemotoren, voor- en vierwielaandrijving; P300e is een Plug-in hybride. De D165 is er met een handbediende transmissie. De F-Pace is er alleen met vierwielaandrijving en als niet-, mild en plug-in hybride – topuitvoering is de SVR. Ten slotte is er de volledig elektrische I-Pace.

Prijzen

Nieuwprijzen

Jaguar is nog altijd een exclusief merk, maar minder uitgesproken exclusief dan in de ‘hoogtijdagen’ van het merk. Het biedt sportieve (maar ook luxueuze) sedans aan voor prijzen vanaf ruim € 65.000 – die nieuw natuurlijk vooral in het zakelijke segment aftrek vinden. Voor een al dan niet hybride SUV ben je al snel meer dan € 70.000 kwijt, de volledig elektrische I-Pace gaat naar de ton en de sportauto F-Type kost al ruim meer dan dat.

Prijzen van occasions

Jaguar introduceerde de Jaguar XE in 2019. Het aanbod occasions van de Jaguar XE is niet heel groot en prijzen voor de oudste occasions van het huidige model beginnen rond de € 30.000. De Jaguar XF verscheen een jaar na de XE en is een grotere auto. Logisch dus dat de prijzen voor occasions ook op een hoger niveau beginnen. Ook voor de XF is het aanbod niet overvloedig en relatief veel aangeboden occasions zijn stationwagons, ofwel Sportbrakes. Een exemplaar uit 2020 is wel te vinden voor rond de € 45.000. Er zijn relatief veel occasions met een lage kilometerstand. Het loont dus beslist om goed te zoeken.

De F-Type Coupé en Convertible zijn er ook sinds 2020 en zijn echte liefhebbersauto’s. Het aanbod lijkt groter dan dat van de XE en XF samen. De meeste occasions zijn Coupés en prijzen daarvoor beginnen rond de € 65.000 voor de oudste, een heel enkele Convertible kun je ook voor dergelijke prijzen vinden. Maar de prijzen lopen nogal uiteen.

Ook de Jaguar E-Pace verscheen in 2020. De oudste occasions worden aangeboden voor prijzen rond de € 45.000-€ 50.000, de hybride P300e – die relatief veel wordt aangeboden – zit eerder op € 60.000 en (veel) hoger. Ook de F-Pace kwam in 2020 op de markt en prijzen voor deze grote SUV beginnen rond de € 50.000, een hybride exemplaar vergt al snel € 75.000 en voor een spectaculaire SVR-uitvoering betaal je zomaar veel meer dan een ton. En voor de altijd elektrische I-Pace – die er als sinds 2018 is, kun je al gaan winkelen als je ruim € 35.000 in je zak hebt.

Alternatieven

Het ligt voor de hand om voor alternatieven voor de sedans van Jaguar te kijken naar de premiummodellen van merken als BMW, Mercedes-Benz en misschien Audi. Een voor de hand liggend volledig elektrisch alternatief voor de I-Pace vind je natuurlijk bij Tesla. Voor de E- en F-Pace bieden de Duitse premiummerken ook alternatieven. Voor de F-Type kun je alternatieven vinden bij Aston Martin, Porsche, Mercedes-AMG.